De buks (het geweer) waarmee binnen de Oud Limburgse Schuttersfederaratie geschoten wordt is een vuurwapen van het kaliber 12 van het type kamergeweer en valt onder de vuurwapenwet. (de buks heeft een lengte van ongeveer 1,80 meter en een gewicht van ongeveer 17 kilo).


Een nieuwe buks wordt op bestelling gemaakt door een geweermaker en wordt voorzien van bijbehorende hulzen en kogeltang die passend gemaakt zijn op het nieuwe geweer.

De loden kogels voor de buks worden met de bijgeleverde kogeltang door eigen leden gegoten en aansluitend worden de hulzen geladen met een slaghoedje, buskruit en de gegoten kogel om te kunnen schieten. Het geweer wordt schot voor schot geladen met een nieuwe patroon.

De richtmiddelen op het geweer zijn: daar waar men als eerste doorheen kijkt de diopter, (loerjông) waarvan de diameter vergroot of verkleint kan worden, en op het einde van de geweerloop de (ring)korrel met het korrelhuis. De (ring)korrel kan ook vergroot of verkleint worden of vervangen worden door een ander type. Het korrelhuis (de kap die om de korrel zit), is het belangrijkste richtmiddel.

Indien door de diopter gekeken wordt moet dit korrelhuis nl. precies in het midden staan van de opening in de diopter, en pas hierna wordt gekeken, dat het punt (blokje) in het midden zit van de ring.

De schietaccomodatie bestaat uit een aanlegpaal waar de buks op gesteund wordt. Dit is een vaststaande paal in de grond, voorzien van twee latten, een op 2,45 á 2,50 meter en een op 2,20 meter van de grond. Er staan 2 aanlegpalen per schietboom, waarbij de onderlinge afstand van de palen max. 1,50 meter mag zijn. Iedere aanlegpaal staat op 10,00 meter van de schietboom.

De schietboom is een hoge kantelbare paal met een hoogte van 14,00 meter met aan de bovenzijde de schiethark. De schiethark is een houten stelling van 1,20 meter breed en 2,00 meter hoog bestaande uit 5 vertikale latten, waarbij op iedere lat aan iedere zijde 18 stokjes zitten, met aan ieder stokje een houten blokje van 2x2x2 cm of 1,5x1,5x1,5 cm. of 1x1x1 cm. Op iedere schiethark zijn dus 5 latten met links en rechts 18 blokjes, dus 180 punten. In Belfeld schieten we normaliter door het jaar op kogelvangers.

Detail foto van een kogelvanger.

Bij het schieten wordt gebruik gemaakt van de aanlegpaal om de buks op te leggen. De buksmeester zorgt dat er een patroon in de kamer geschoven wordt en vanaf nu is de buks geladen maar nog niet gespannen. Na gekeken te hebben dat het juiste doel in het vizier zit, kan de buks gespannen worden door de eerste van twee trekkers over te halen.(deze gaat relatief zwaar). Hierna kan middels de tweede trekker geschoten worden.